Het maken van een hoofdje met buistricot vraag iets minder kracht dan met een lap ondertricot. Dit buisverband is een 'tunnel', rondgebreid van katoen.
De breedtematen die hieronder zijn aangegeven betreffen het platliggende buisverband.
Vorm er een 'sok' van door de tunnel aan één kant dicht te maken met een draad afbindgaren, die rondom geregen, aangetrokken en geknoopt wordt. Keer deze koker zo, dat het afgebonden bobbeltje tricot binnenin zit. Deze methode is goed voor kleine hoofdjes.
Vanaf 15 cm raad ik echter aan om het buistricot dubbel te nemen. Er komt door de vulling immers erg veel spanning op het buisje te zitten en kan wel eens scheuren. In plaats van op het einde, bind je de buis dan halverwege af en je keert een kant over de andere, zodat je een 'dubbelwandige' buis hebt. Vul de binnenste koker op tot een stevige bal.
Hoe: Neem een plukje wol en duw die tot helemaal onderin de buis. Herhaal deze procedure en let er op dat je telkens alle wol tot helemaal onderaan de koker duwt.
Zorg ervoor dat:
PS. Voor erg kleine hoofdje (tot 8 cm) is er een alternatieve methode mogelijk
De afmetingen die hieronder gegeven zijn, zijn benaderingen. Niet iedereen krijgt een even rond en stevig hoofd gevormd. Sommigen hebben een smaller of breder buisverband nodig en/of krijgen er meer of minder wol in. De vermelde afmetingen en gewichten geven wel een houvast.
Hoofdomtrek | Breedte buisverband | Lengte buisverband | hoeveelheid wol |
8 cm | 1,5 cm | 20 cm | |
12 cm | 2,5 cm | 25 cm | |
18 cm | 4 cm | 30 cm | 35 gram |
20 cm | 6 cm | 40 cm | 50 gram |
26 cm | 6 cm | 50 cm | 75 gram |
30 cm | 8 cm | 70 cm | 150 gram |
36 cm | 10 cm | 1 m | 200 gram |